top of page

Didactisch Handelen

4.1 Het maken van didactische keuzes.

 

4.1.1 De docent toont aan dat bij het ontwerpen van leerpraktijken met inzet van ICT leerdoelen, leerproces en toetsing op elkaar zijn afgestemd. 

 

Voor het vak Geografische instrumentarium hebben we een Webquest moeten maken. Mijn Webquest ging over de Masaï. De leerlingen zijn individueel bezig gegaan om een reisgids te maken over Kenia of over Nederland. Daarna mochten de leerlingen samenwerken, de beide reisgidsen (één van Kenia en één van Nederland) werden naast elkaar gelegd, de leerlingen zijn toen de grote verschillen gaan opzoeken. Deze verschillen verwerkten ze in een brief naar hun ouders, zij kregen namelijk ook iemand van de Masaï op bezoek.

 

In deze Webquest zijn lesdoelen geformuleerd, op de lesstof gericht, maar ook op het gebied van ICT. Als bewijs is hiernaast de docentenhandleiding te vinden van deze Webquest .

 

 

4.1.2 De docent toont aan een relevante, rijke en effectieve leeromgeving te kunnen inrichten met ICT. 

 

Zelf maak ik veel gebruik van de Elektronische leeromgeving van zowel de NHL als het Van Hall. Er zitten verschillen tussen beide leeromgevingen waardoor ik nu wel een beeld heb hoe ik een ELO zou inrichten. Ik heb hier zelf nog geen ervaring mee, op mijn laatste stage adres gebruikten de leerlingen de ELO niet of nauwelijks. Het leek me wel leuk om op de ELO bestanden, opdrachten, filmpjes of PowerPoints te plaatsen, maar er was te weinig tijd om dit goed in te richten en ook bekend en vertrouwd te maken bij de leerlingen. 

 

In jaar 2 heb ik stage gelopen op het Werkman college in Groningen, de school was toen erg druk met het digitaliseren van het onderwijs. Op het moment dat ik daar stage liep kregen de docenten daar een cursus om te kunnen omgaan met It's learning en Magister, een cijfer programma. Deze cursus heb ik ook deels gevolgd, mijn stage coach kwam er niet helemaal uit bij de eerste bijeenkomst en toen heeft hij mij daarna mee genomen zodat hij altijd dingen kon vragen als die er niet uit kwam. Ik heb hier veel van geleerd, maar helaas heb ik hier geen bewijzen van. De informatie werd daar gepresenteerd op een diascherm, maar verder niet uitgedeeld. 

 

 

4.1.3 De docent toont aan individuele leerprocessen en samenwerkend leren te kunnen aansturen en begeleiden met een effectieve inzet van ICT. 

 

Ook voor deze competentie gebruik ik mijn Webquest als bewijs. De leerlingen hebben eerst individueel aan de reisgids gewerkt en daarna hebben de leerlingen samengewerkt aan een brief, in deze brief beschreven de leerlingen de verschillen tussen het leven in Nederland en het leven van de Masaï. 

 

Hiernaast is een schermafbeelding van mijn Webquest te zien, wanneer u op de zwarte pijl klikt wordt u doorgeschakeld naar de Webquest. 

 

 

4.2 ICT organiseren in de (digitale) leeromgeving.

 

4.2.1 De docent toont aan dat hij de benodigde faciliteiten, hard- en software kan organiseren. 

 

Dit ICT portfolio is hier een voorbeeld van, ik heb alle linkjes die op deze website te vinden zijn werkend gemaakt en tijdens het interview ga ik zelf alles aansluiten als bewijs bij deze competentie. 

 

 

4.2.2 De docent toont aan dat hij de schoolregels ten aanzien van ICT toepast en in staat is deze te vertalen binnen zijn onderwijscontext. 

 

Hoe ga je in het klaslokaal om met mobiele telefoons? Dit is een vraag die ik mezelf wel eens afvraag en waar ik op dit moment een antwoord op moet geven. Mijn doel is dat iedere leerling oplet in mijn les en dat ze het leuk vinden. Er zijn verschillende werkvormen die ik kan toepassen in mijn lessen en zo ook een werkvorm met de mobiele telefoon. Ik kan de leerlingen bijvoorbeeld een quiz in laten vullen met hun mobiele telefoon. Wanneer ik deze werkvorm toepas, dan mogen de leerlingen gebruik maken van hun mobiele telefoon in de les. Er zijn ook momenten wanneer het niet is toegestaan om de mobiele telefoon te gebruiken. De leerlingen moeten hiervan een duidelijke grens weten. Eigenlijk mogen de leerlingen nooit hun mobiele telefoon gebruiken tijdens de les, maar alleen wanneer ik het zeg. 

 

Ik ben er ook heel streng in, tuurlijk gebeurt het wel eens dat je je geluid vergeten bent uit te zetten. Maar als dit elke les bij dezelfde persoon gebeurd dat vraag ik mij wel af of dit niet expres is. Soms pakken leerlingen ook hun mobiele telefoon wanneer ik gewoon sta uit te leggen, ik geef ze één waarschuwing en zie ik dan weer de telefoon tevoorschijn komen, dan pak ik hem af. In eerste instantie hou ik hem dan die les gewoon bij me, maar als het vaker gebeurd neem ik hem een dag in. Ik laat leerlingen niet zonder mobiele telefoon de school verlaten, ik vind dat de leerlingen goed bereikbaar moeten zijn als ze een stuk moeten fietsen. 

 

Wanneer de leerlingen een toets hebben mogen ze van mij wanneer ze klaar zijn altijd hun telefoon wel pakken, even ontspanning na de toets is niet verkeerd. 

 

 

4.2.3 De docent toont aan dat hij ICT betekenisvol en efficiënt kan inzetten rekening houdend met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen. 

 

Zoals hierboven ook genoemd en te zien heb ik een Webquest gemaakt waar de leerlingen zelfstandig mee aan de slag kunnen, er is wel begeleiding van de docent nodig, maar wanneer de leerlingen goed lezen kunnen ze er zo mee aan de slag. 

 

Zoals ook al eerder vermeld heb ik een cursus gevolgd hoe ik om kan gaan met het Digiboard. Hierbij heb ik gewerkt met het programma ActivInspire, een erg leuk programma waar je verschillende dingen mee kan maken. Ik heb bijvoorbeeld een memoryspel gemaakt die je kan doen als de leerlingen klaar zijn, of bij een uitleg die gegeven wordt kan er gebruik gemaakt worden van een Magic box, dit is een box die afgebeeld wordt op het Digiboard en daar kan de docent dan alle begrippen één voor één uit halen. Hiernaast is een filmpje te zien over de Magic box. 

 

 

4.3 Arrangeren van digitaal leermateriaal.

 

4.3.1 De docent toont aan dat hij gebruik maakt van diverse vindplaatsen van digitaal leermateriaal en in staat is daaruit ander leermateriaal te arrangeren. 

 

Wanneer leerlingen een opdracht met de computer maken bied ik ze vaak bronnen aan. Zo voorkom ik dat leerlingen nutteloze bronnen gebruiken. Van mij mogen leerlingen altijd met eigen bronnen komen, maar dan moeten ze die eerst door mij goed laten keuren. Een bron zoals Wikipedia keur ik vaak af. 

 

Bij het voorbereiden van lessen haal ik mijn informatie van Pinterest, Leraar24, Schooltv of kennisnet. 

 

 

4.3.2 De docent toont aan dat hij digitaal leermateriaal kan aanpassen aan de kenmerken van de lerende, waarbij rekening wordt gehouden met verschillen in niveau, interesses, tempo en wijze van leren. 

 

Ik heb nog geen ervaring met differentiëren met behulp van ICT, ik heb op het gebied van differentiëren p-taak 6 gemaakt. Deze p-taak is gericht op verschillen in de klas en hoe ga ik daarmee om. In mijn p-taak stond de differentiatievorm 'De leerstijlen van Kolb' centraal. Aan het einde van de lessen waarin p-taak 6 heb behandeld waren de leerlingen ervan bewust dat er verschillende manieren van leren zijn, de verschillende leerstijlen van Kolb. 

 

Ik heb de leerlingen nu een mindmap, samenvatting, quiz of kwartet laten maken, maar hierbij geen gebruik gemaakt van ICT. Wanneer ik deze p-taak meer wil richten op ICT kan ik de leerlingen een digitale mindmap laten maken, de samenvatting laten typen, een quiz in Socrative laten maken en een digitaal kwartet laten knutselen. Of misschien zijn er nog wel andere oplossingen om de stof van de paragraaf digitaal te verwerken. 

 

 

4.3.3 De docent toont aan dat hij in staat is om digitaal leermateriaal aan te passen rekening houdend met beeldschemdidactiek. 

 

In het bestandje wat ik gevonden heb op, www.leroweb.nl staat achter beeldschermdidactiek het volgende, 'Het adequaat vormgeven van digitaal leermateriaal rekening houdend met bijvoorbeeld gebruik van bladspiegel, lettertype, kleuren en aanwezigheid van elementen die geen meerwaarde hebben in het leerproces'. Na het lezen van deze zin denk ik dat beeldschermdidactiek het vormgeven is en de vaardigheden die je op de computer kan uitvoeren. Mijn bovengenoemde Webquest is hier een goed voorbeeld van, ik heb de leerstof leuker weergegeven zodat het aantrekkelijker wordt voor de leerling, maar het heeft geen meerwaarde in het leerproces. Ook dit ICT porfolio is een voorbeeld, het is geen leerstof, maar het is wel een mooie manier om de competenties uit te werken. Ik had deze portfolio ook in een word bestandje kunnen maken, maar dan zag het er een stuk minder aantrekkelijk uit. 

 

 

4.4 Kennisoverdracht.

 

4.4.1 De docent toont aan dat hij gebruik maakt van ICT in zijn instructie en daarbij diverse hard- en sofware kan inzetten. 

 

Voor deze competentie heb ik een Prezi als bewijs, dit is een Prezi die gaat over het ontstaan en afbraak van bergen. In deze Prezi heb ik ook een filmpje toegevoegd, helaas heb ik het filmpje gevonden op Schooltv.nl en niet op Youtube waardoor het filmpje niet als filmpje is toe te voegen, maar als link. 

 

 

4.4.2 De docent toont aan dat hij ICT inzet om gestructureerd oefenen vorm te geven. 

 

Hiernaast is een schermafbeelding te zien van het programma Topomania, dit is één van de mogelijkheden om leerlingen online topografie te laten oefenen. Ik heb in mijn eerste jaar van mijn opleiding dit gebruikt om de leerlingen de topografie van Nederland te laten oefenen. 

 

4.5 Kennisconstructie.

 

4.5.1 De docent toont aan dat hij de actieve kennisconstructie van zijn leerlingen bevordert met behulp van ICT. 

 

In p-taak 6, hierboven bij competentie 4.3.2 al toegevoegd, heb ik de leerlingen laten kiezen, zo konden ze ook een mindmap maken. Ik heb de leerlingen deze mindmap op papier laten maken. Ik denk eerlijk gezegd dat dit ook de beste manier is om een mindmap te maken. Op de website van Bubbl is het mogelijk om een mindmap te maken, maar de mogelijkheid om afbeeldingen toe te voegen is er niet. Een mindmap is geen echte mindmap als er geen tekeningen bij gemaakt zijn, een mindmap zonder tekeningen is een woordspin. Er zijn ook wel mindmaps te maken in Prezi, Microsoft Visio en Mindmeister op deze websites of in de aangegeven programma's zijn wel afbeeldingen toe te voegen. Maar eigen tekeningen wordt lastig. Het voordeel van een online of digitale mindmap is dat er meerdere leerlingen op afstand aan kunnen werken. 

 

 

4.5.2 De docent toont aan dat hij het leren leren van zijn leerlingen ondersteunt en bevordert met behulp van ICT. 

 

Met deze competentie heb ik helaas geen ervaring, ik zou me wel voor kunnen stellen hoe leerlingen een portfolio bij kunnen houden. Ik zou de leerlingen bijvoorbeeld een heel hoofdstuk lang digitale opdrachten kunnen laten maken. Deze opdrachten leveren ze dan aan het einde digitaal bij mij in, de leerlingen mogen dan kiezen om ook zo iets als dit te maken. 

 

 

4.5.3 De docent toont aan dat hij de synchrone- en asynchrone samenwerking en communicatie tussen leerlingen en docent op een gepaste manier faciliteert door gebruik te maken van ICT. 

 

Wanneer ik na schooltijd contact wil hebben met mijn leerlingen en/of collega's dan doe ik dit per mail. Er zijn tegenwoordig veel nieuwe technologieën, maar tegenwoordig heeft iedereen wel een mailadres en is het ideaal communiceren. Hiernaast als bewijs een mail naar mijn stage coach met daarin de cijfers van de leerlingen. Ik heb deze cijfers samen met mijn stage coach ingevoerd in Magister, dit was de eerste keer dat ik een toets aan leerlingen had gegeven tijdens deze stage.  

 

 

4.6 Beoordelen van leerprestaties en evalueren van onderwijs. 

 

4.6.1 De docent toont aan dat hij het leerproces van leerlingen zichtbaar kan maken en kan volgen door middel van diverse vormen van digitale toetsing en evaluatie. 

 

Speciaal voor dit portfolio heb ik een digitale toets in elkaar gezet op Socrative, hij bestaat maar uit drie vragen, maar zo laat ik wel zien dat ik weet hoe ik toetsen moet maken in Socrative. Wanneer het niet mogelijk is om de toets digitaal af te nemen bij de leerlingen, omdat je geen iPads, laptops of computers tot je beschikking hebt, dan is het zelfs mogelijk om de toets te downloaden, zo kunnen de leerlingen de toets alsnog maken, maar helaas niet meer digitaal. Deze toets is puur gericht om tussendoor de kennis van de leerlingen te testen

 

 

4.6.2 De docent toont aan dat hij een digitale toets kan maken die transparant is op validiteit en betrouwbaarheid. 

 

In de toets die ik op Socrative heb gemaakt komen drie verschillende soorten vragen in voor. Zo is er een juist / onjuist vraag, een meerkeuzevraag en een open vraag. 

 

 

4.6.3 De docent toont aan dat hij een digitale toets kan organiseren. 

 

Over deze competentie is hierboven al informatie te vinden, in competentie 4.6.1 ook is in 2.2.8 hier al over gesproken. 

 

 

 

bottom of page